Website van $boomnaam$
Jan Pietersz Boor
Jan Pietersz Boor,
geb. op 20-09-1699 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 20-09-1699 te Huijsen,
ovl. op 09-06-1761 te Huijsen,
begr. op 09-06-1761 te Huijsen; Impost f 15,-; Grafnr. 86,
, -
JAN PIETERSZ BOOR
Huizen Koptienden (1729-31 1767-28):
1729-31: v. Gerrit Anxsen 1 Spt 4 kop 1/2
1730-31: v. Fijtus Elbertsz Smit 1 Spt 1/2
- v. Ebbe Willemsz Koij 1 Spt 1 kop
t/m 1737-31: Situatie: 3 Spt 6 kop
1739-19: v. Evert (Cornelisz ?) Bouman 2 kop
- Situatie: 4 Spt
1740-31: v. Lambert (Ebben) Kooij 1 Spt 1 kop 1/2
- v. Hendrick Goossensz Neth 2 kop 1/8
- v. Willem Cornelis Cornelisz Rebel 6 kop 1/4
1741-31 t/m 1644-31: Situatie: 6 Spt 1 kop 7/8
- Verkregen van onbekende 1 kop 5/8
1745-31 t/m 1748-31: Situatie: 6 Spt 3 kop 1/2
- Verkregen van onbekende 4 cop 1/2
1749-31: Situatie: 7 Spt
- Verkregen van onbekende 6 kop 1/2
1750-31: Situatie: 7 Spt 6 kop 1/2
1753-28: v. Dirk Gerrits Hartog 3 cop
- Situatie: 8 Spt 1 cop 1/2
1754-28: v. Claas Peet = Claes Pietersz Schram 3 cop
- Situatie: 8 Spt 4 cop 1/2
1755-28:v. Jacob/ Gijsbertje Elbertsz Corn: Vos 1 kop 1/4
t/m 1765-28: Situatie: 8 Spt 5 kop 3/4
1767-28: op Wed. Jan Pietersz Boor 8 Spt 5 kop 3/4
-
LAMBERT EBBE KOOIJ EN JAN PITERSE BOOR
Huizen Koptienden (1727-36 1770-31):
1726-36: v. Weeskinders v. Piter Jansz Boor 1 Spt 1 kop
- op Lambert Elberse Kooij
1727-36: Situatie: 1 Spt 1 kop
1729-36: te noemen:
- Lambert Ebbe Kooij EN Jan Piterse Boor
1767-31: Lambert Ebbe Kooij EN
- WEDUWE Jan Pietersz Boor
1770-31: op Jan Louis van Ninwegen 1 Spt 1 kop
-
ORA-184-3215A043; 20-03-1709: Testament van Pieter Jansz Boor, eertijds wednr. van Geertje Willems, en zijn vrouw Lijsbeth Elberts, benoemt tot erfgenamen zijn voor-kinderen Jan Pietersz Boor en Neeltje Pieters Boor verwekt bij zijn 1e vrouw
Geertje Willems, (f 250/kind)
Tot voogden aangesteld Lucas Swart en Gijsbert Tijmensz
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 10-03-1725: Jan Pietersz Boor met Bijtje Ebbe Koij van ider 3 Gl comt f 6,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 10-03-1725: Ondertrouw; 25-03-1725: Jan Pitersz Boor j.m. met Bijtje Ebben Kooi j.d. beijde van Huijsen
-
ONA-3731A069; 17-05-1730: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ONA-3731A082; 26-01-1731: IJsak Willemsz Spilt, Jan Pietersz Boor en Cornelis (Lambertsz) Prins alle eigenaars of huurders van de drie grutterijen binnen den dorpe Huijsen en aldaar woonagtig. Item Roel Pandelaar Grutter tot Laren. Bosje
Lambertsz laast weduwe van Steffen Elbertsz exerceerende de Grutterij tot Blaricum stellen gezamenlijk een contract over de aankoop en prijs van de boekweijt en meel
-
ONA-184-3178; 11-09-1739: Gruttersordonnantie. sijn voor Hendrik van Weerland schout, mitsgaders Willem Rebel, Meeuwis Koij, Jan Schram en Pieter van Voorthuijsen schepenen in Huijsen gecompareert alle de Grutters binnen Huijsen en Jurisdictie
van dien namentlijk Jan Pieters Boor, Cornelis Prins en Jacob Jacobsz Glijn ider exercerende een Grutterij binnen dese dorpe aan welke op huijden voorgelesen is het 10 artikel van de oude sijnde het 11 artikel van de Nieuwe ordonnantie beijde
op 't Gemaal ge-emanneert als mede de resolutie van haar ed: Groot Mog: van de 21 julij deses jaars 1739 en hebben Grutters de eed conform het voorz 10 art: van de oude en 11 art: van de Nieuwe ord: op huijden gepresent. en afgelegt.
-
ONA-184-3179; 16-09-1740a: De 3 grutters Jacob Glijn en Jan Pietersz Boor mitsgaders Cornelis Prins (mennist) hebben ter requisitie van Jan ter Dam impostmeester van het Gemaal van de lopende termijn over Goiland de eed gepresteert volgens het
formulier staande beschreven in de resolutie van haar Ed. Groot Mog van dato den 3 December 1739 namentlijk; van het middel van het Gemaal directelijk of indirectelijk niet sullen frauderen of door de haren te doen frauderen
-
ONA-184-3179; 26-01-1742: Tot voogden over de 2 minderj. kinderen genaamt Ariaantje en Gijsbert van Bijtje Jacobs in huw. verwekt door Willem Arisz Rebel, werden gestelt Jan Pietersz Boor en Claas Koij de Jonge
-
ONA-184-3219; 28-09-1745: Jan Lambertsz Prins (ruijm 78 Jaren) en Marritje Gerrits (seecker 69 Jaaren) beijde wonende binnen dese dorpe dat sij al in hunne jonge tijd gesien en gekent hebben een schaapschot hebbende gestaan agter Sijtjesberg
ten suijdwesten van desen dorpe, ten eijnde van de Neng of bouland aldaar, op de Goijsche heijde ofte op de rand van dien, kort aan de Neng of boulands aldaer, hebbende toebehooren aan Gerrit Pietersz Slocker en Jan Pietersz Slocker, de laaste
de naam of van hebbende aangenomen van Boor beijde van Huijsen, wesende de eerstgenoemde de vader en de twede de oom geweest van de twede getuijgen in desen, dat het selve schaapsschot 't geen een steene voet hadde enz.
Dat hen lieden onbetwist is wanneer het gesegte schot van ouds genaamt Jan Boor sijn schot aldaar getimmert is geworden maar dat sij van gevoele sijn dat het vervallen & weggeraakt is een weijnig voor, of kort na den Jaar 1700 (?)
D.w.z. Jan Pietersz Slocker = Jan Pietersz Boor
-
ONA-184-3179; 26-04-1748: Tot voogden over Maria Cruijning en Arent Cruijning nagelaten minderjarige kinderen van Gerritje (er staat Gerrit) Willems Boor werden gestelt Jan Pietersz Boor en Tijmen Rutten Timmer (niet genoemde vader is: Klaas
Ariensz / Arissen Kruijning)
-
ONA-184-3179; 30-03-1753: Tot voogden over 't kind van Maria Kreuning/Kruijning, de personen van Meeuwis Kooij en Tijmen Claasz de Weert
- Over 't minderjarig nagelaten kind van Claas Kreuning/Kruijning, genaamt Arij Claasz Kreuning/Kruijning, werden tot voogden geteld Jan Pietersz Boor en Tijmen Rutten Timmer
-
Huizen-DTB-7-Grafboek; 09-06-1761: Jan Pietersz Boor: f 15,-; Grafnr. 86
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 09-06-1761: Jan Pieters Boor: f 15,-
.

tr. op 25-03-1725 te Huijsen; Impost 10.03.172: f 6,-
met

Beijtien Ebben Kooij, dr. van Ebbe Willemsz Kooij ( Coij) en Jannetien Claes Meeuwissen ( Muijsen),
geb. op 02-06-1697 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 02-06-1697 te Huijsen,
ovl. op 09-04-1772 te Huijsen,
begr. op 09-04-1772 te Huijsen; Impost f 15,-; Grafnr. 86,
, -
DE WEDUWE JAN PIETERSZ BOOR
Huizen Koptienden (1767-28 1772-29)
1767-28: v. Jan Pietersz Boor 8 Spt 5 kop 3/4
- v. Wed. Tijmen Rutten Timmer 6 kop 3/8
- Situatie: 9 Spt 4 kop 5/8
1772-29: bij erfeni op:
- op Andries Brummel 2 Spt 6 kop 1/2
- op Pieter Jansen Boor 3 Spt 3 kop 1/16
- op Willem Voorthuijzen 3 Spt 3 cop 1/16
-
ONA-3730A007; 19-02-1717: Testament Ebbe Willemsz Koij/Kooij altans regerend schepen deses dorps mitsgaders Jannetje Claas egtelieden, verklaren testateurs hun 8 kinderen uijt den Huijwelijk geprocreert, met name Lammertje, Aaltje, Willem,
Claas, Lambert, Bijtje, Meeuwis en Claasien, die naast hun legitieme portie tevens elk f 500,- zullen erven, die reeds is uitgekeert bij hun huwelijk aan voorn. Lammertje, Aaltje en Willem. Alleen hun jongste soon Claas ontvangt f 300 meer.
Mochten zij komen te overlijden voor de meerderjarigheijt van hun soon Meeuwis wonende tot Amsterdam bij een Barbier om aldaar het selve ambagt te Leeren, hij tot zijn 25 in staat gesteld zal worden om dit ambagt na behoren te kunnen exerceren.
Gepasseert tot Huijsen in presentie van Gerrit Hendricksen Boom en Claas Jacobsz Jongerden
-
ONA-3731A069; 17-05-1730: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
Huizen-DTB-7-Grafboek; 09-04-1772: het lijk van Beijtie Kooij, f 15,-; Grafnr. 86
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertje*1725 Huijsen †1808 Huizen; 82 jaren 82
Pieter*1728 Huizen †1783 Huizen; getroffen door eener donderslag; 55
Ebbe*1730 Huijsen  Huijsen; < 1731  
Ebbe*1731 Huijsen    
Jannetje*1733 Huijsen †1803 Huizen 6910